Controle en Visitatie |
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster. |
1. Al in 1854 beambten van 'Douane' en 'Invoerrechten en Accijnzen' op het station |
Bij de opening van de spoorweg Antwerpen - Roosendaal in 1855 was er slechts een beperkt toezicht op reizigers en hun bagage. In de loop der jaren werd de trein ook een interessant vervoermiddel voor lieden die iets hadden te verbergen of zich met min of meer kwade bedoelingen naar het buurland begaven. Vandaar dat de Nederlandse en Belgische douanediensten zich steeds meer inlieten met controle en visitatie op de persoon, zowel in Essen als in Roosendaal. |
Het personeel van 'Invoerrechten en Accijnzen', poserend in de visitatiezaal van het oude stationsgebouw, kort voor de sluiting van het station in 1907. Maar liefst een vijftiental rijksambtenaren staat te wachten op treinreizigers die Nederland inkomen of uitgaan. |
2. Naar een nieuw en groots stationsgebouw in 1907 |
Gezicht vanuit het zuidwesten op het stationsgebouw te Roosendaal. De visitatiezaal bevond zich in het hoogopgaande gedeelte met de grote ramen aan de straatzijde. De ramen boven in de gevels gaven een fraaie lichtinval naar beneden. Helaas werd rond 1975 de inmiddels leegstaande ruimte opgevuld met op de begane grond kantoorlokalen en erboven een grote ruimte voor de destijds nog op het station aanwezig zijnde 'Spoorweg Sport- en Ontspanningsvereniging' (SSOV). Inmiddels staat dit gedeelte al heel wat jaren leeg. |
Links in de 'aanbouw' zaten de ambtenaren van de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen'. Deze dienst zat op deze plek niet alleen voor het afhandelen van alles wat aan accijnsplichtige goederen per trein in- en uit Nederland ging, maar evengoed ook voor (particuliere) leveranciers, die bijvoorbeeld een vrachtje 'accijnsplichtige' sterke drank in Zundert of waar dan ook gingen afleveren. Daar had je destijds een vervoersvergunning voor nodig en die kon je hier krijgen, uiteraard tegen betaling. Want in een strook van vijf kilometer breedte langs de grens mocht je destijds geen sterke drank vervoeren. Zo konden de ambtenaren de smokkelaars te slim af zijn en meteen arresteren. |
Bij de 'Vredes- en Burgemeesterfeesten' in 1919 stond een praalwagen met onder andere ' een vuurspugende gevleugelde draak' en natuurlijk het organiserend comité pal voor het kantoor van de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen'. |
De visitatie van reizigers, op weg vanuit Roosendaal naar een bestemming in zuidelijke richting, was vaak 'een makkie', omdat de klanten zich gespreid aandienden. In omgekeerde richting stroomde steeds een hele trein tegelijk leeg met reizigers uit alle wind-streken en dan moest deze ruimte nog groot genoeg zijn. De foto werd gemaakt in de richting van het Stationsplein, circa 1935. |
Overigens moet het 's winters in deze visitatieruimte enorm koud zijn geweest. Alle warmte verdween meteen in de hoogte. Logisch dat de muren aan de westzijde (de 'regenkant', rechts op de foto) steeds wit van het vocht waren uitgeslagen. |
Om reizigers vanuit een trein naar de visitatiezaal te geleiden, werden op het perron kettingen tussen de spanten gespannen. Op de foto uit 1925 staat rechts een zojuist aangekomen trein uit Belgie op spoor 1A. Vervolgens werd iedereen verzocht om uit te stappen en naar de visitatiezaal geleid. |
Kwam je daaruit, dan stond je voor een andere ketting. Inmidddels was de trein doorzocht op smokkelwaar en na vrijgave door de Koninklijke Marechaussee mocht deze doorrijden naar spoor 1B (achter de rug van de fotograaf), waar iedereen naar Dordrecht en verder weer kon instappen. Reizigers naar Breda, 's Hertogenbosch en verder konden naar het tweede perron lopen en daar hun reis daar vervolgen met een binnenlandse trein. (In omgekeerde richting ging het proces op soortgelijke wijze.) |
3. Vernielingen in 1944 en herbouw na de Tweede Wereldoorlog |
In september 1944 kreeg de 'aanbouw' voor de ambtenaren van de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen' een voltreffer. Veel last voor de 'Dienst' zal er niet zijn geweest, want alle handel en industrie was inmiddels al volledig lam gelegd door gebrek aan grondstoffen en vervoersmogelijkheden. Voorzover mogelijk waren de ambtenaren ondergedoken of de stad ontvlucht naar de veiligere dorpen. |
Het stationsgebouw leed de meeste glasschade op 11 september 1944 door de ontploffing van een munitietrein op het emplacment na een beschieting door vliegtuigen van de geallieerden. Ook gingen toen alle ruiten aan splinters en rammelden de pannen van het dak met als gevolg dat wind en regen vrij spel kregen op het hele gebouw met de inventaris. Zo werd de gevolgschade zeer groot, mede omdat de bevrijding van Roosendaal pas op 30 oktober 1944 een feit was. |
Eenmaal na de oorlog het puin opgeruimd, zat er voor de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen' niets anders op dan op de oude plek voorlopig een klein en eenvoudig stenen gebouwtje neer te zetten. Aldus was de dienst weer op het station aanwezig. En wat er aan personeel op het station niet nodig was, bleef elders in de stad gehuisvest. |
Het is niet bekend of de visitatiezaal na het vertrek van de Duitsers nog op de een of andere manier werd gebruikt voor de dienst. Hoogstwaarschijnlijk niet, want op de foto is te zien dat de grote ramen boven in het gebouw met houten planken zijn dichtgezet. Verder lagen alle pannen van het dak, zodat het naar binnen regende. Alleen onderaan zijn een paar provisorische ramen gemaakt. |
Overigens was er in de eerste jaren na de oorlog maar weinig internationaal vervoer. Handel en industrie hadden enkele jaren nodig om de schade te herstellen, de productie op gang te brengen en hun vroegere klanten weer te bedienen. |
Voor zover bekend werden de weinige reizigers gevisiteerd op het eerste perron (langs spoor 1A) in een houten keet. Dat was wel zo gemakkelijk, want de controle ontvluchten kon je hier niet. |
Pas in 1950 werd de vroegere huisvesting van de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen' herbouwd in dezelfde bouwstijl als voorheen. Dit gebeurde op kosten van het Ministerie van Financien. Alleen de vroegere zolderverdieping liet men achterwege. Verder bleven de bovenramen later vrij van rolluiken. Foto uit circa 1985. De visitatiezaal bleef zijn statige uiterlijk behouden. Alleen kwam de horizontale roedeverdeling in de grote ramen boven niet meer terug. Wel behielden de duiven daar hun favoriete plekje op de richel. |
In dit opzicht mag worden aangetekend, dat het Ministerie van Financien meer waarde hechtte aan het vroegere uiterlijk, dan de NS. Die liet alleen het hoge middengedeelte herstellen van de schade, terwijl de nog hogere en monumentale stationshal met de aan de oostzijde liggende dienstlokalen plaats moest maken voor een 'magere' nieuwbouw en dit op aandrang van Claudius Prinsen als burgemeester van Roosendaal, want die vond het oorspronkelijke gebouw niet zo mooi....! |
Nogmaals een blik op de westzijde van het stationsgebouw in drie plaatjes. Linksboven het gebouw voor de de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen', zonder de vroegere zolderverdieping. Tot op de dag van vandaag is de oorspronkelijke hoogte van het dak afgetekend in de hoge muur van de visitatiezaal. De latere rolluiken zijn nog niet aangebracht (zie foto erboven). Foto uit 1950, collectie WBA. |
Linksonder is in model de noordwestelijke helft van het oorspronkelijke stationsgebouw goed te zien, mede omdat de overkapping van het perron nog niet is aangebracht. Foto E.A. de Rooij, 3 juli 2004. |
Rechts is de latere voorzijde van de vroegere visitatiezaal te zien. Toen had de GWK haar kantoor aan de voorkant met in- en uitgang in het middelste deel. Tot de restauratie in 2012 van dit deel van het stationsgebouw lag de in- en uitgang in het rechtse gedeelte en nog eerder, in de jaren vijftig en zestig, in het meest rechtse gedeelte met de vroegere toiletten. |
Even terug naar de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog. Een foto van 'Constructie en Trailer Bouw Bookelaar' (tel. 42) in Roosendaal geeft een goede kijk op de oorspronkelijke uitvoering van het toiletgebouw. Als eerste aantasting werd na de oorlog het GWK in het meest linkse deel gehuisvest, met aan de binnenzijde een wisselkantoor voor de uitgaande en binnenkomende reizigers naar en van het buitenland. |
4. De GWK liet haar sporen na in het stationsgebouw |
In de jaren vijftig en zestig lag de in- en uitgang van de GWK in het lage gedeelte met de vroegere toiletten (uiterst links). Later verschoof de in- en uitgang met de trap naar het raam rechts in het hoge gedeelte, en weer later naar het raam in het midden. |
De situatie uit circa 2010 brengt de situatie in latere jaren in beeld. De eerste ingang van de GWK werd vervangen door een foeilelijk langwerpig raam. De tweede ingang werd later een raam, maar niet in dezelfde hoogte. De derde ingang kreeg een niet passende trappartij. |
Links is de latere voorzijde van de vroegere visitatiezaal te zien. In het begin had de GWK haar kantoor in het linker gedeelte van de aanbouw met toiletten (aangeduid met letter A). Later kwam de in- en uitgang in het rechtse gedeelte van de visitatiezaal (aangeduid met letter B) en weer later in het middelste gedeelte (aangeduid met letter C). |
Bij de restauratie omstreeks 2012 werden de sporen van de ingangen A en B ongedaan gemaakt. Bij ingang C is dat niet gebeurd. Kennelijk is er na het vertrek van de GWK nog altijd een andere bestemming mogelijk. Wat gerestaureerd kon worden, is hersteld met toepassing van steen in de oorspronkelijke soort en kleur. Opvallend is dat de huidige trappartij ook volledig werd vernieuwd. Of het passend is, dat laat schrijver dezes in het midden. Foto uit Google Earth, 2024. |
5. Van links naar rechts bij de hoofdingang |
De huidige situatie op het Roosendaalse Stationsplein, gezien in oostelijke richting vanaf het in 1944 behouden gebleven gedeelte van het stationsgebouw met de wachtkamers. Rechts staat de fietsenstalling die bijna als eerste gebouw na de Tweede Wereldoorlog tot stand kwam. Destijds reisde nog bijna iedereen te voet of met de fiets naar het station. Foto uit Google Earth, 2024. |
De in september 1944 ernstig beschadigde monumentale stationshal met de aan de oostzijde liggende dienstlokalen moest plaats maken voor een 'magere' herbouw. In 1948 waren de aannemers druk bezig met deze nieuwbouw. Links staat de hoogbouw uit 1907 met de wachtkamers. In het midden staat het in de oorlogsjaren behouden gebleven hoge gedeelte met gelijkvloers de vroegere bestelgoederenloodsen en daarboven de twee woningen voor het hogere spoorwegpersoneel. Rechts is een deel van de nieuwe fietsenstalling te zien en in de verte (deels achter de boom) de voorzijde van de douanegoederenloods. De foto is gemaakt op 9 juni 1948 door D. Moedrik (Anefo, Nationaal Archief), toen er door de aannemers volop werd gewerkt aan de herbouw. Duidelijk is te zien dat de gedenkzuil voor de slachtoffers onder het Roosendaalse spoorwegpersoneel in aanbouw is. Dat werd in 1949 opgeleverd en onthuld. |
Het is al eerder gezegd. De monumentale stationshal met de aan de oostzijde liggende dienstlokalen moest plaats maken voor een 'magere' nieuwbouw en dit op aandrang van Claudius Prinsen als burgemeester van Roosendaal, want die vond het oorspronkelijke gebouw niet mooi genoeg....! De sobere nieuwbouw blijft echter de armoedige tijd van juist na de Tweede Wereldoorlog uitstralen, al kon die links en rechts nog wat worden opgetuigd met beelden van Jo Uiterwaal. Iets rechts van het midden (pal naast de nieuwe stationshal) werd de stationskapper gevestigd. Op elke grote ruit stond het woord KAPPER. Het lokaal heeft inmiddels al meer dan vijftig jaar een ander gebruik of het staat soms maanden of jaren leeg. |
Elders in het land waren er op grote stations al vóór 1940 kappers gevestigd. Want handelslieden en/of vertegenwoordigers hadden behoefte om zich na een lange treinreis wat op te knappen met een scheerbeurt en/of een luchtje, alvorens zij verder op pad gingen voor een bezoek aan een relatie. Uiteraard waren in zo'n zaak ook gewone stedelingen welkom, want anders had de kapper slechts een armoedig bestaan. |
De foto is gemaakt vanuit het hotel Central en laat precies het (simpel gebouwde) deel van het stationsgebouw van na de oorlog zien. Uiterst links en rechts zijn oude delen uit 1907 behouden gebleven. Precies in het midden steekt het dak uit van het seinhuis B, dat in 2013 werd verplaatst naar elders op het emplacement. |
De huidige situatie op het Roosendaalse Stationsplein, gezien in oostelijke richting. Links staat de stationshal uit 1949, vervolgens de ruimte van de vroegere stationskapper (inmiddels bloemenshop 't Station) en daarachter allerlei dienstlokalen voor het personeel. Rechts staat de fietsenstalling die bijna als eerste gebouw na de Tweede Wereldoorlog tot stand kwam. Destijds reisde nog bijna iedereen te voet of met de fiets naar het station. Foto uit Google Earth, 2024. |
De plek waar een stationskapper zat in of op een groot station werd duidelijk aangegeven met een bord in de destijds gebruikelijke rood-wit-blauwe huisstijl van de NS. |
Bij de (gedeeltelijke) nieuwbouw van het station in Roosendaal werd dus speciaal een ruimte gemaakt met twee grote etalageruiten en daarop het woord 'stationskapper'. Uiteraard maakte de kapper ook gebruik van jonge gasten om hen het vak te leren. Voor hem was dat een voordeel vanwege de geringe kosten en voor de leerling vormde dat de basis van een goed vakmanschap. |
In mijn jonge jaren ging ik in Roosendaal naar een kapper, die het vak had geleerd bij de stationskapper en nog vol lof was over hem. Uiteraard kon hij ook smakelijke verhalen vertellen, want je kwam daar in vroegere jaren meer dan eens aparte mensen tegen...! |
De stationshal uit 1949 met beelden van Jo Uiterwaal ziet er overigens best aardig uit, maar steekt wel af bij de bouwdelen uit 1907 en zeker met de vroegere 'vestibule' uit 1907. Foto uit Google Earth, 2024. |
Nogmaals de stationshal met rechts ernaast de ruimte van de vroegere stationskapper (inmiddels bloemenshop 't Station). Foto uit Google Earth, 2024. |
6. Per trein naar Brussel of Parijs in de jaren vijftig |
Stel eens voor, je gaat naar Brussel of Parijs en je stapt in Roosendaal op de trein. Wat passeerde je dan in de jaren vijftig, alvorens je in de trein plaats kon nemen? Allereerst moest je een trappartij van zes treden op, voordat je de stationshal kon binnenstappen. |
Rechts naast de ingang bevond zich het bagagelokaal. Hier kon je goederen of tijdelijk in bewaring afgeven of laten verzenden naar een stad of dorp in binnen- en buitenland. Als je maar betaalde, dan kon je met de NS alle kanten uit, tot in het kleinste gehucht was verzending mogelijk. Desnoods schakelde de NS haar dochter Van Gend & Loos in. Overigens kon je ook rechtstreeks Van Gend & Loos een opdracht tot verzending geven. Dan zorgde die wel dat het pakket of de fiets op de door jou gewenste plaats kwam. |
In elk geval werd de fiets (op de lange bascule of weegschaal) ter plekke gewogen, waarna je het bedrag in contanten kon voldoen. |
Wout of Woutje Wagtmans (* 10-11-1929, + 15-08-1994) wist destijds al de publiciteit naar zich toe trekken, zeker met een pet van een NS-beambte op zijn hoofd en twee kinderen, respectievelijk het zoontje en het dochtertje van ploegleider Kees Pellenaars, op de lange weegschaal. |
De foto links is gemaakt op 1 juli 1953 door Anefo-fotograaf Van Duinen in het bagagegedeelte (voor aanname, weging of afgifte) in de Roosendaalse stationshal, kort voor het vertrek om 12.19 uur naar Parijs. |
De foto rechts is gemaakt op 1 juli 1953 door Anefo-fotograaf Van Duinen in de visitatiezaal, waar drie Belgische douaniers een oogje in het zeil hielden en tegelijk een genoeglijk moment beleefden tijdens het misschien wel wat saaie werk. Andere reizigers wisten overigens niet wat ze zagen. Het hoe en waarom van deze foto's blijkt expliciet uit een passage in het hier onderstaande artikel uit het dagblad De Stem van 4 juli 1955. |
Het afscheid van vrouw , zoon en dochter bij de trein. Woutje Wagtmans (tweede van rechts in de onderste rij in de trein) is goed te herkennen. Links boven hangt ploegleider Pellenaars (Den Pel', 1913-1988) uit de trein. De D-trein heeft overigens zijn eindpunt in het station Paris Nord. Daar moet dan met bagage en alles worden overgestapt op een trein naar Le Havre. |
Links in het midden staat letterlijk: 'Wim van Est kwam even naar de stationskapper te Roosendaal en Woutje bracht nog wat materiaal per auto naar de trein, dat hij onder de hoede van Pellenaars stelde.' |
Iets speciaals was elk jaar de 'Tour de France'. Tot ver in de jaren vijftig, en misschien nog wel jaren zestig, reisden de renners vaak per D-trein naar Parijs. Hoe dat soms in zijn werk ging, blijkt uit het bovenstaande artkel in het dagblad De Stem. |
Wout of Woutje Wagtmans, 10-11-1929 - 15-08-1994. Op zijn shirt staat: 'Met een Pontiac in de Ronde. De juiste tijd op de seconde.' Dat is nog eens eerlijke reclame, zonder opsmuk en allerlei tierenlantijnen...! Pontiac was de hoofdsponsor van de wielerploeg, met Kees Pellenaars als ploegleider. |
In de jaren vijftig en zetsig was de 'Tour de France' nog bijna een gesloten ronde door het land, zonder dat er hele stukken werden overgeslagen en per autobus of vliegtuig werden afgelegd. In 1955 werd gestart in Le Havre. Het eindpunt was uiteraard Parijs. |
Voor meer wetenswaardigheden over de stationshal, wordt verwezen naar het item: stationshal.html |
Vanuit de stationshal liep je destijds via een veertig meter lange en zes meter brede gang langs de wachtkamers naar de grote en hoge visitatiezaal. Desgewenst kon de toegang nog worden geblokkeerd met het hekwerk op de voorgrond. |
Voor meer wetenswaardigheden over de wachtkamers, wordt verwezen naar het item: wachtkamers Roosendaal 1854-2010 |
Links: De gang is nog altijd authentiek aanwezig, maar de doorgang naar de vroegere visitatiezaal is geblokkeerd door een houten schot over de volle hoogte en breedte. Als enige versiering hangt daarop een klok in sectieltegelwerk, die vroeger in één van de wachtkamers hing. Links staat Joost Ruland van het gelijknamige Architectenbureau in Amsterdam. De foto is gemaakt op 13 september 2014. Rechts: Drie jonge matrozen staan bij het GWK-kantoor om geld te wisselen. In de verte is de lange (donkere) gang te ontwaren, waar zij vandaan komen of naar toe gaan. Voor de bouw van dit kantoortje werden in het begin van de jaren vijftig enkele toiletten en een deel van de brede gang opgeofferd. Foto uit circa 1955. |
Drie jonge matrozen staan bij het GWK-kantoor om geld te wisselen. In de verte is de lange (donkere) gang te ontwaren, waar zij van-daan komen of naar toe gaan. Voor de bouw van dit kantoortje werden in het begin van de jaren vijftig enkele toiletten en een deel van de brede gang opgeofferd. Foto uit circa 1955. |
Links: De douane zat bepaald niet stil toe te kijken aan de grens en in Roosendaal (Bericht in: Algemeen Dagblad van 6 februari 1947). Rechts: De eerste melding in een landelijke krant over de op gang komende gezamenlijke douanecontrole in Roosendaal (Bericht in: Algemeen Handelsblad van 30 april 1947). |
1. Officiële overdracht op 21 maart 1948 van de visitatiezaal en andere ruimten voor de douane na het herstel van de oorlogsschade aan het stationsgebouw in Roosendaal. Links in het midden staat dr. ir. F.Q. den Hollander, president-directeur van de NS.
Rechts van hem staat de Roosendaalse stationschef Gerardus Johannes Koop, * 21-04-1889 te Mill en Sint-Hubert , + 19-01-1949 te Roosendaal, 59 jaar oud. Uit hoofde van zijn functie draagt hij een pet met pet twee gouden banden. Foto D.C. Gerdessen (NS), 21 maart 1948, collectie Het Utrechts Archief. |
Links in het midden staat dr. ir. F.Q. den Hollander, president-directeur van de NS. Rechts van hem staat stationschef Gerardus Johannes Koop, * 21-04-1889 te Mill en Sint-Hubert , + 19-01-1949 te Roosendaal, 59 jaar oud. Uit hoofde van zijn functie draagt hij een pet met pet twee gouden banden. Zijn jas heeft mouwen met twee gouden banden en daarbij behorende witte handschoenen, wanneer de 'grootste baas' op bezoek komt. Foto D.C. Gerdessen (NS), 21 maart 1948, collectie Het Utrechts Archief. |
3. De officiële overdracht van de herstelde visitatiezaal aan de douanedienst in het NS-station te Roosendaal.
Geheel links staat dr. ir. F.Q. den Hollander, president-directeur van de NS, keurig 'in de houding'. Kennelijk houdt iemand op dat moment een toespraak. Foto D.C. Gerdessen (NS), 21 maart 1948, collectie Het Utrechts Archief. De foto is genomen in zuidwestelijke richting met rechts een kijkje in deStationsstraat. |
4. Na het officiele gedeelte is er nog een genoeglijk samenzijn, waarna ieder weer zijns weegs gaat naar Utrecht of Brussel. Opvallend is wel dat de Roosendaalse burgemeester Claudius Prinsen op geen enkele foto is te zien of in beeld is gebracht.
Foto D.C. Gerdessen (NS), 21 maart 1948, collectie Het Utrechts Archief. De foto is genomen in zuidwestelijke richting met rechts een kijkje in deStationsstraat. |
5. 'Hotels waar u zich zich thuis voelt en de keuken prima is.' In de visitatiezaal hing een houten bord, waarop gerenommeeerde hotel (met restaurant) zich presenteerden bij hun toekomstige klanten uit binnen- en buitenland. Of dat alleen in Roosendaal werd gedaan, is onbekend. Links prijkt de Belgische vlag en rechts die van Nederland, kennelijk vanwege de officiële overdracht aan de douane van de herstelde visitatiezaal in het station. Foto D.C. Gerdessen (NS), 21 maart 1948, collectie Het Utrechts Archief. |
De aankondiging van een belangrijke versnelling van de internationale treindienst tussen Nederland en Belgie. Bericht in: Algemeen Dagblad van 10 mei 1948. De bijeenkomst over deze gebeurtenis was op zondag 9 mei 1948 in Roosendaal. Er zijn mij hiervan geen foto's bekend. |
De aankondiging van een belangrijke versnelling van de internationale treindienst tussen Nederland en Belgie. Bericht in: Algemeen Handelsblad van 10 mei 1948. De bijeenkomst over deze gebeurtenis was op zondag 9 mei 1948 in Roosendaal. Er zijn mij hiervan geen foto's bekend. |
Bericht in: Algemeen Dagblad van 4 april 1949. Nogmaals een versoepeling van de regels, zodat mensen met meer geld en goederen de grens mogen overgaan. |
Berichten in: Algemeen Dagblad van 30 maart 1949 en Algemeen Handelsblad van 4 april 1949. Nogmaals een versoepeling van de regels, zodat mensen met meer geld en goederen de grens mogen overgaan. |
Bericht in: Algemeen Dagblad van 27 juli 1949. Voortaan zal de Nederlandse Douane de controle van paspoorten, geld en goederen in de treinen tussen Roosendaal en Rotterdam vice-versa afhandelen. De visitatiezaal in Roosendaal blijft in gebruik voor in Roosendaal opstappende reizigers, hetgeen nog wel tot in de jaren zeventig zal voortduren, hoewel steeds meer met steekproeven. |
Berichten in: Algemeen Dagblad van 5 september 1949 en 3 augustus 1950. |
Berichten in: Algemeen Dagblad van 9 oktober 1950. |
Gelukkig zijn in de oorlogsjaren verschillende sectieltegelwerken in het Roosendaalse stationsgebouw behouden gebleven. Rechts is de lange en donkere gang tussen de hoofdingang en de visitatiezaal aan de voorzijde van het stationsgebouw te zien. Voorheen was het ook mogelijk om vanuit de chique wachtkamer 1e en 2e klasse (in het midden van de foto) rechtstreeks in dit voorportaal van de visitatiezaal te komen. Vanaf 21 maart 1948 stonden hier aan de balie zowel de Nederlandse Koninklijke Marechaussee als de Belgische rijkswacht op aangiften te wachten.
Foto W.P.F.M. van Schaik (fotograaf NS), 22 juli 1952. |
Zodra je dan in de visitatiezaal was gekomen, konden of Nederlandse of Belgische douanebeambten je vragen om koffers of tassen open te maken. Het blikveld van de fotograaf is in de richting van het Stationsplein met goed zichtbaar het kantoorgebouw van Van Gend & Loos. Achter de deur links in beeld lag het voorportaal van de visitatiezaal. Foto W.P.F.M. van Schaik (fotograaf NS), 22 juli 1952. |
Zodra je dan in de visitatiezaal was gekomen, konden of Nederlandse of Belgische douanebeambten je vragen om koffers of tassen open te maken. Het blikveld van de fotograaf is in de richting van het Stationsplein met nog juist zichtbaar de toren van het kantoor-gebouw van Van Gend & Loos en het torentje van hotel 'Central' . Achter de deur links in beeld lag het voorportaal van de visitatiezaal. Foto W.P.F.M. van Schaik, fotograaf NS), 22 juli 1952. |
Was er bij de controle het een en ander niet in orde bevonden, dan werd er ter plekke een rekening uitgeschreven. Rechts buiten zijn de lokalen van de 'Dienst Invoerrechten en Accijnzen' van de Belastingen te zien. Links ligt de Stationsstraat. Foto W.P.F.M. van Schaik (fotograaf NS), 22 juli 1952. |
In een lokaal buiten de visitatiezaal en gelegen in de laagbouw aan de westzijde van het stationsgebouw te Roosendaal werden alle in beslag genomen goederen geregistreerd. Foto W.P.F.M. van Schaik (fotograaf NS), 22 juli 1952. |
Wat er na 1950 al niet in een D-trein kon meereizen op rijkskosten: Behalve reizigers waren er minstens twee conducteurs aan boord, één of twee marechaussees, één of twee Belgische rijkswachten en drie Nederlandse en/of Belgische douanebeambten. |
J.A. van Heuven, stationschef te Roosendaal (1949-1955) en bepaald niet vrolijk kijkend, poseert temidden van (vermoedelijk) zijn echtgenote en dhr. Otten van de afdeling Propaganda van de NS, op de tentoonstelling tijdens de viering van '100 jaar Spoorstad Roosendaal'. J.A. van Heuven had een jas met om elke arm drie gouden banden, dit in tegenstelling tot zjn voorganger Koop. Foto L. Hessels (NS), 23 juni 1954. |
Naar verluidt kwamen in vroeger dagen de Belgische douanebeambten en rijkswachten, die een dag in de Roosendaalse visitatiezaal dienst hadden, steeds met trein 4205 (Antwerpen Centraal - Roosendaal) al heel vroeg naar Roosendaal (a. = 06.13 uur). Dat was elke dag de eerste lokale trein ('omnibus') naast de Beneluxdienst. In de loop van de jaren zestig kwam hieraan een einde, maar de vroege 'diensttrein' bleef nog tot ver in 1976 als eerste in de ochtend naar Roosendaal rijden. Op 30 juni 1976 vertrekt treinstel NMBS 018 weer uit Roosendaal vanaf spoor 1 A. |
Enkele dagen later kwamen zelfs twee stellen als eerste trein 4205 (Antwerpen Centraal - Roosendaal) in Roosendaal. Op 2 juli 1976 lieten de NMBS 045+ 018 zich punktueel om 06.40 uur in Roosendaal zien. Links staat het na de oorlog herbouwde seinhuis A, maar dat zou niet lang meer duren. Rechts steekt de schoorsteen van de zuivelfabriek 'Het Anker' nog boven de trein uit. Die ging pas in 1990 plat. |
7. Tenslotte nog een rondje op het Stationsplein in de jaren negentig |
/h2
Het stationsgebouw in de oorspronkelijke uitvoering aan de perronzijde. Alle overkappingen zijn weggelaten, zodat je een mooi zicht krijgt op de spoorzijde. De visitatiezaal is het gedeelte tussen de laagbouw rechts en de hoogbouw in het midden. Duidelijk zijn de grote ramen kort onder het dak te zien, waardoor het licht in de ruimte eronder fraai van boven kwam en nog steeds komt. Het model is gemaakt door Luc Zwegers. Foto E.A. de Rooij, collectie West-Brabants Archief. |
Het stationsgebouw in de oorspronkelijke uitvoering aan de straatzijde. De visitatiezaal is het hoge gedeelte uiterst links. Duidelijk zijn de grote ramen kort onder het dak te zien, waardoor het licht in de ruimte eronder fraai van boven kwam en nog steeds komt. Het model is gemaakt door Luc Zwegers. Foto Marius Broos. |
Gezicht vanuit het zuidwesten op het stationsgebouw met visitatiezaal en wachtkamers |
Gezicht vanuit het zuiden op het stationsgebouw met fontein, wachtkamers en ingang |
Gezicht vanuit het zuidoosten op het stationsgebouw met hoofdingang |
Het glazen scherm achter het beeld van Jo Uiterwaal op de voorgevel (dat in de jaren tachtig was aangebracht) werd bij duisternis in de avonduren verlicht en diende om meer aandacht te vestigen op de hoofdingang. Vooral bij duisternis wisten vreemdelingen de ingang van het stationsgebouw niet te vinden. Zij liepen eerst naar het links gelegen hoogste deel van het stationsgebouw. De grove aantasting van het uiterlijk is bij de grote restauratie na de eeuwwisseling ongedaan gemaakt. |
Gezicht vanuit het oosten op de vroegere dienstwoningen in het stationsgebouw. |
Elke bovenwoning was toegankelijk via een eigen voordeur aan de oostzijde (onder een afdakje) en een trappenhuis links en rechts daarvan (volg de trapsgewijs verspringende ramen). De ruimten gelijkvloers werden gebruikt als bestelgoederenloods, één voor elke spoorwegmaatschappij (waarvan één laad- en losplek nog steeds aanwezig is). |